Terreinreglement

· 1 Voorwaarden voor toelating
· 2 Algemene voorschriften
· 3 Gedragsregels in de readybox
· 4 Vliegvoorschriften
· 5 Indeling vliegterrein
· 6 Taakomschrijving terreincommissaris
· 7 Geluidsmeting volgens FAI

1 Voorwaarden voor toelating

  1. Lidmaatschap ZLC. (Min. leeftijd 12 jaar)
  2. Op uitnodiging van een ZLC lid en toestemming van het bestuur of terreincommissaris.
  3. Geldige W.A. verzekering.
  4. Zender en ontvanger moeten zijn goedgekeurd.
  5. Iedere modelvlieger dient zich strikt aan het reglement te houden, geldend voor het modelvliegveld.
  6. Van de modelvlieger die zich akkoord verklaard met de voorwaarden wordt een lidmaatschapskaart uitgereikt, waarmee hij/zij toestemming krijgt om op het vliegterrein van de ZLC te vliegen onder het toezicht van een brevethouder. Na het behalen van het vliegbrevet is zelfstandig vliegen onder genoemde voorwaarden toegestaan.
  7. De vliegers mogen het vliegterrein uitsluitend gebruiken voor de beoefening van de modelvliegsport, voor hun eigen rekening en risico.
  8. Belangstellenden c.q. potentiële leden mogen op het platform worden toegelaten wanneer toestemming is verleend door een terreincommissaris of bestuurslid.
  9. Ten behoeve van het gebruik en het beheer van het vliegterrein zijn voorwaarden en gebruiksregels van kracht, naar welke het bezoekende en gebruikmakend publiek zich dient te gedragen of te voldoen.

Aan degene die zich niet aan de gestelde voorwaarden wenst te houden of te voldoen, kan de toegang tot het vliegterrein worden ontzegd.

2 Algemene voorschriften

  1. Zonder toestemming van de ZLC is vliegen op het terrein verboden.
  2. Het modelvliegen vindt plaats onder toezicht van (een) door de ZLC aangestelde terreincommissaris(sen). De autoriteit van de terreincommissaris moet door de modelvliegers worden aanvaard. Zijn aanwijzingen met betrekking tot vlieggedrag dienen strikt te worden opgevolgd.
  3. Bij meningsverschillen tussen de modelvliegers en het recreatiepubliek, dient de modelvlieger zich in verbinding te stellen met de terreincommissaris.
  4. De auto’s van modelvliegers dienen te worden geparkeerd op het, door de ZLC aangewezen, parkeerplaatsen.
  5. De modelvliegers zijn verplicht het terrein netjes achter te laten, vliegtuigdelen dienen te worden meegenomen en mogen niet worden achtergelaten.
  6. Op zater-, zon-, en feestdagen mag uitsluitend worden gevlogen onder toezicht van een terreincommissaris. Op werkdagen dient minstens één brevethouder aanwezig te zijn.
  7. Het besturen van modelvliegtuigen in combinatie met het gebruik van alcohol houdende dranken of drugs is per definitie VERBODEN.Hierbij dient ook te worden gedacht aan de invloed die bepaalde medicijnen op de mens hebben, uitgedrukt in de zin: “kan de rijvaardigheid beïnvloeden”
  8. Modelvliegers zijn niet alleen civielrechtelijk maar ook straf-rechtelijk aansprakelijk voor hun handelingen.
  9. Het bestuur stelt zich niet aansprakelijk voor schade aan goederen, voor persoonlijk letsel, of voor ander ongerief door of ten gevolge van het modelvliegen op het veld ontstaan.
  10. Het is verboden om een zender in bedrijf te stellen, terwijl men niet over de juiste vrije frequentie beschikt ( Lidmaatschapskaart in frequentiekast) (Indien men niet in het bezit is van de benodigde frequentie plaats in de frequentiekast, dient men de zendantenne ingeschoven te houden of de zender uit te schakelen,bezitters van zenders met een zgn. korte antenne, dienen deze te verwijderen.Zonder frequentiekaart zender niet in bedrijf hebben)
  11. Alleen door de PTT toegestane frequenties mogen worden gebruikt.(incl.2,4 Ghz)
  12. Het model moet duidelijk leesbaar zijn voorzien van de naam en adres van de eigenaar.
  13. Modelvliegers, die zich niet aan de regels houden, kunnen door de terreincommissaris een vliegverbod opgelegd krijgen. Daarna kan hun door het bestuur de toegang tot het veld worden ontzegd of geschorst worden.
  14. Een ZLC-lid is verantwoordelijk voor het gedrag van zijn introducé(s) op het terrein.
  15. Alvorens men met een model de lucht in kan moet het model eerst gekeurd worden. Bij goedkeuring wordt een ZLC registratie nummer uitgegeven en deze dient op het model aangebracht te worden. Zonder goedkeuring en registratie nummer is het verboden met betreffende model te vliegen.
  16. Door instructeurs van de ZLC wordt op verzoek les gegeven. De instructie periode wordt afgesloten met het behalen van een brevet A.
  17. Op de vlieglocaties van de ZLC wordt om en om gevlogen met vleugelmodellen en helikopters.(dus niet gelijktijdig) De terreincommissaris bepaalt dit.
  18. Vermijdt het vol gas vliegen zoveel mogelijk. De huizen komen steeds dichterbij te staan en het geluid kan voor veel bewoners irritant zijn. Voorkom klachten. We willen toch blijven vliegen?

3 Gedragsregels in de readybox

  1. Vliegtuigen moeten zodanig opgesteld worden dat men elkaar niet hindert, normaal geldt dat wie later komt achteraan moet aansluiten.
  2. Motoren mogen in de pits worden gestart.
  3. Voor het langdurig proefdraaien of afstellen dient een stille hoek van het vliegterrein te worden opgezocht. Langdurig draaien van motoren in de readybox is niet toegestaan.
  4. De modelvlieger moet er voor waken dat anderen geen hinder of gevaar ondervinden van draaiende motoren cq. propellers.
  5. In de pits moeten vliegtuigen en helikopters met draaiende motoren altijd worden vastgehouden.
  6. Vrij taxiën in, vanuit en naar de readybox is niet toegestaan, het toestel dient na het starten:
    1. opgenomen te worden, of
    2. worden vastgehouden bij bv. de staart totdat het toestel veilig buiten de pits is gebracht.
    3. Het frequentie bezit dient direct na het vliegen te worden verwijderd uit de frequentiekast/paal.

4 Vliegvoorschriften

  1. Volgens de voorschriften van gemeente Zoetermeer mag er gevlogen worden van 10.00 tot 21.00 uur van maandag t/m zaterdag. Op zondag van 12.00 tot 21.00 uur of tot zonsondergang, als deze eerder ondergaat.
  2. Het maximale aantal vliegtuigen wat zich gelijktijdig in de lucht mag bevinden is 3 (hierbij geldt dat het maximale aantal modellen waarvan de motor loopt, 3 bedraagt) Elektromodellen uitgezonderd.
  3. De modelvliegers dienen zich te houden aan de voorschriften en bepalingen opgenomen in de luchtvaartwet, regeling modelvliegtuigen.
  4. Deze bepalingen houden het volgende in:

    1. maximale vlieghoogte is 100 meter.
    2. maximaal toegestaan gewicht van een modelvliegtuig is 20 kg.
    3. Modelvliegtuigen met een verbrandingsmotor moeten zijn voorzien van een deugdelijke demper.
    4. De maximale geluidsproductie is 80 dB(A) op 7 meter, gemeten volgens FAI-regels.
    5. Een modelvliegtuig met een verbrandingsmotor, moet gecertificeerd zijn met een geluidsrapport.

    Voor niet gecertificeerde motorvliegtuigen geldt een vliegverbod.
    Minimale vlieghoogte buiten het start- en landing gebied is 10 meter, opstijgen en landen niet inbegrepen.

  5. Vliegen boven de hoofden van de toeschouwers, boven aangrenzende weg ,container/zitplaatsen en boven auto’s is ten strengste verboden.
  6. Motorvliegtuigen, die binnen de geluidsnorm vallen, maar geluid veroorzaken met een hoog irritatiegehalte (veel hoge tonen), kunnen ook een vliegverbod worden opgelegd.
  7. Modelvliegers houden zich buiten de landingsstrip op, in de nabijheid van de readybox, als niet daadwerkelijk wordt gevlogen.
  8. Nadat de modelvlieger een frequentie bezit in de frequentiekast/paal heeft geplaatst, begeeft hij/zij zich naar de readybox en neemt van daaruit een aanvang met de vlieghandelingen, deze worden eveneens daar beëindigd.
  9. Er mag alleen worden gevlogen binnen het gebied zoals aangegeven is op de plattegrond.
  10. Start en landing moet duidelijk aan de mede-piloten worden kenbaar gemaakt.
  11. Voordat de start en/of landingsbaan wordt betreden dient toestemming te worden gevraagd aan de mede-piloten.
  12. Helikopters dienen te starten en landen op de heli-hoover plaats zoals aangegeven is op de plattegrond.
  13. Modellen mogen niet over de readybox, de toeschouwers, wegen,container en bebouwing vliegen.
  14. Na het vliegen moet de zender worden uitgeschakeld en de antenne worden ingeschoven of verwijderd, een zgn, korte antenne moet altijd worden verwijderd. Lidmaatschapskaart gelijk uit frequentie kast/paal nemen.
  15. Bij gelijktijdige aanwezigheid van meerdere toestellen in de lucht kan (kunnen) de aanwezige terreincommissaris(sen) een, tijdelijk, vast vliegcircuit voorschrijven om de veiligheid te bevorderen.
  16. Per direct wordt een ieder door vliegleider aangesproken op zijn gedrag als dit in strijd is met de geldende regels en de veiligheid of overlast in het geding is. Bij het niet opvolgen van de aanwijzingen van de vliegleider zal direct overgegaan worden op het schorsen van het betreffende clublid. Discussie hierover is op het veld niet mogelijk. De clubkaart zal, in afwachting van de rapportage aan het bestuur, worden ingenomen en het clublid is met onmiddellijke ingang geschorst. Het bestuur neemt op grond van de rapportage, en nadat het clublid is gehoord, een uiteindelijke beslissing voor welke periode het clublid geschorst zal blijven.
  17. Elk incident dient aan (een lid van) het bestuur gemeld te worden. Bij het niet naleven van de meldplicht volgt automatisch een schorsing voor een nader vast te stellen tijd.
  • In geval van schorsing zal geen restitutie van (een deel) van de contributie plaatsvinden.
  • Conform de afspraken heeft de schorsing een minimale periode van 3 (drie) maanden.
  • Afhankelijk van de ernst van het incident, en bij herhaling, kan in het uiterste geval het clublid geroyeerd worden.

5 Indeling vliegterrein

  1. Piloten, die vliegen, staan bij elkaar op de readybox. Deze box wordt aangegeven door een pylon.
  2. Helikopter-vliegers staan tijdens hooveren en vliegen op de box voor heli-piloten.

6 Taakomschrijving Terreincommissaris

  1. Het toezien op naleving van het reglement.
  2. De terreincommissaris is gerechtigd, bij aanwezigheid van meerdere zenders die op dezelfde frequentie werken, een tijdslimiet aan het gebruik van de frequentie te stellen.
  3. De terreincommissaris rapporteert ernstige overtredingen aan het ZLC-bestuur.
  4. Meningsverschillen tussen terreincommissarissen en leden dienen aan het ZLC-bestuur te worden voorgelegd.
  5. Controleren op het ZLC lidmaatschap.
  6. Controleren of er geluidsrapporten aanwezig zijn.
  7. De daartoe door het ZLC-bestuur gemachtigde personen mogen het vliegexamen afnemen en het vliegbrevet ondertekenen.
  8. De daartoe door het ZLC-bestuur gemachtigde terreincommissarissen mogen de geluidsmetingen uitvoeren en de geluidsmeetrapporten ondertekenen. Er wordt gemeten volgens de FAI meetmethode.
  9. Motorvliegtuigen, die binnen de geluidsnorm vallen, maar geluid veroorzaken met een hoog irritatiegehalte (veel hoge tonen), kunnen ook een vliegverbod worden opgelegd.
  10. Beroep tegen een vliegverbod is schriftelijk mogelijk bij het ZLC-bestuur. De uitspraak van het bestuur is bindend.
  11. De terreincommissaris is herkenbaar aan een oranje jack.

7 Geluidsmeting volgens FAI
Voor radiobestuurde modellen mag het max. geluidsniveau niet meer bedragen, dan 80dB (A) op 7 meter afstand.(2 takt motoren). De ZLC hanteert daarnaast voor 4 takt motoren een maximaal geluidsniveau van 85 dB (A). Voor alle benzine motoren geldt een maximaal geluidsniveau van 89 dB. (A) Voor turbine motoren is een waarde nog niet bekend. Deze mogen vooralsnog niet met vol gas vliegen.
Het geluid moet op de volgende wijze worden gemeten:

  • Standaard meting

Het model wordt op een draaibaar platform geplaatst, 1.0 m boven de grond. De microfoon wordt op 7 m benedenwinds van het te meten model geplaatst, eveneens op 1.0 m boven de grond. Met de motor vol gas draaiend wordt het platform 360 graden gedraaid, waarbij op iedere 45 graden wordt gestopt, om een meting te verrichten. Het gemiddelde van de acht metingen wordt beschouwd als het geluisniveau van het model. Metingen zijn niet geldig, als de windsnelheid groter is dan 5m/sec (3-4 op de schaal van Beaufort). De metingen moeten boven kort gras worden uitgevoerd. Er mogen zich geen objecten, welke het geluid kunnen weerkaatsen, op minder dan 30 m afstand van het model of microfoon bevinden.

  • Versnelde meting

Een snelle check kan worden uitgevoerd met het model op de grond en de neus in de windrichting, met de motor vol gas draaiend. De geluidsmeter wordt op 3 m afstand en 30 cm boven de grond gehouden. Er wordt loodrecht op de vliegrichting ter hoogte van de motor en aan de uitlaatzijde gemeten.
Boven een hard oppervlak (bv tegels) is het maximum toegestane geluidsniveau 95 dB (A), boven gras 93 dB (A).

Huishoudelijk Reglement

Art 1 Doel
De Zoetermeerse Luchtvaartclub “Los van de Grond” stelt zich ten doel de luchtvaartgezindheid op te wekken en aan te wakkeren en in goede banen te leiden, alsmede de kennis van de luchtvaart te verbreiden en aan te kweken. Maar in het bijzonder is het streven er op gericht de leden te doen deelnemen aan de Modelvliegsport en eventueel aan andere takken van de luchtvaartsport.

Art 2 Middelen
Ter bevordering van dit doel kunnen onder meer de volgende middelen worden aangewend:
a. Het bouwen en beproeven van en het experimenteren met modelvliegtuigen.
b. Het deelnemen aan en organiseren van wedstrijden met modelvliegtuigen.
c. Het houden en organiseren van lezingen, filmvoorstellingen, cursussen, vergaderingen, excursies en tentoonstellingen.
d. Het deelnemen aan de door de afdeling Modelvliegtuigsport van de KNVvL georganiseerde luchtvaartdagen, luchtvaartkampen en club wedstrijden met modelvliegtuigen.
e. Het aan de leden ter lezing geven van luchtvaartlectuur.

Art 3 Leden
De clubleden worden onderscheiden in juniorleden, seniorleden en aspirant-leden. Alle leden van de ZLC zijn tevens lid van de KNVvL.

Juniorleden: zij die de leeftijd van 12 jaar hebben bereikt, doch nog niet die van 18 jaar.

Seniorleden: zij die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt.

Aspirant-leden: elke nieuwe aanmelding wordt, op datum van binnenkomst, geregistreerd op een wachtlijst en binnen het voltallige ZLC Bestuur gecommuniceerd. Het bestuur beslist aan de hand van de ruimte in de ledenlijst of toelating mogelijk is. Om kennis te maken met elkaar en de clubafspraken wordt je, na het voldoen van het contributie inclusief inschrijfgeld, eerst toegelaten als aspirant-lid voor een periode van minimaal 6 tot maximaal 12 maanden. Na goedkeuring van het ZLC bestuur en in overleg met het aspirant-lid volgt daarna een definitief Junior of Senior ZLC Lidmaatschap.

Donateurs: zij die de club met een bedrag van minimaal €25,- per jaar willen steunen.

Ereleden: zijn zij die gedurende langere tijd zich buitengewoon ingespannen hebben voor de club. Zij worden door het bestuur gekozen. Een erelid betaalt, zolang hij lid wenst te blijven, geen jaarlijkse clubcontributie.

Art 4 Contributie
Alle junior- en seniorleden moeten de door die vereniging vast te stellen contributie betalen. De contributie moet vóór het begin van het verenigingsjaar rechtstreeks aan de ZLC worden voldaan.
In het jaar van toetreding wordt deze contributie verhoogd met inschrijfkosten. De contributie bestaat uit 2 delen t.w. clubcontributie en KNVvL contributie. Beide contributies moeten rechtstreeks aan de ZLC worden voldaan. De ZLC draagt zorg voor het afdragen van de KNVvL contributie. De betaling dient te geschieden vóór 1 december voorafgaand aan het nieuwe kalenderjaar en wel op IBAN: NL45ABNA0625571568 ten name van Z.L.C. Los van de grond te Zoetermeer. Indien de verschuldigde contributie niet op 1 dec. op rekening van de ZLC staat, zal de ZLC het betreffende lidmaatschap beëindigen met onmiddellijke ingang.

Art 5 Inschrijfgeld
Junior-, senior- en aspirant-leden betalen bij toetreding tot de club €10,00 inschrijfgeld.

Art 6 Lidmaatschap
Bij toetreding wordt men lid voor het lopende verenigingsjaar (kalenderjaar).
Het Junior en Senior lidmaatschap wordt automatisch van jaar tot jaar verlengd.
Wanneer men vóór 1 december van het lopende verenigingsjaar heeft opgezegd houdt het lidmaatschap op met ingang van het nieuwe verenigingsjaar (kalenderjaar).

Art 7 Bestuur
Het bestuur bestaat uit minstens 3 en hoogstens 9 leden.
Het bestuur moet minimaal de volgende functies omvatten:
voorzitter, secretaris, penningmeester.
De bestuursleden hebben zitting voor 2 jaar, jaarlijks treedt de helft van het bestuur af volgens een rooster, zij zijn onmiddellijk herkiesbaar.
Is het aantal bestuursleden oneven, dan zal het ene jaar de helft van het aantal naar boven en het andere jaar de helft van het aantal naar beneden worden afgerond.
De dagelijkse leiding van de club berust bij de voorzitter, secretaris, penningmeester en de bouwleider.
Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit noodzakelijk acht, doch tenminste éénmaal per twee maanden, en ook wanneer ten minste de helft van het aantal leden dit wenst.
Alle besluiten ter vergadering worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen.
De voorzitter brengt op de jaarlijkse Algemene Vergadering de genomen bestuur besluiten ter kennis van de leden.

Art 8 Jaarvergadering
Tenminste éénmaal per jaar, zo mogelijk in de maand januari, wordt een Algemene Jaarvergadering uitgeschreven.
Hiervoor worden alle junior- en seniorleden uitgenodigd.
De agenda, vergezeld van de oproep, moet tenminste 7 dagen van tevoren worden verzonden en onder andere de volgende punten bevatten:
a. Bestuursverkiezing.
b. Verkiezing Kascontrole-commissie.
c. Notulen vorige vergadering.
d. Jaarverslag van de secretaris en jaarverslag van de penningmeester.

Stemrecht hebben die leden die ten minste 3 maanden Junior of Senior lid zijn.
De verkiezing geschiedt bij acclamatie of schriftelijk.
Wanneer bij de eerste stemming geen volstrekte meerderheid is verkregen heeft herstemming plaats tussen de personen die de meeste stemmen op zich verenigden.
Is ook daarbij geen meerderheid verkregen dan beslist het lot.

Art 9 Verslag
Van de Jaarvergadering wordt een verslag door de secretaris gemaakt.

Art 10 Kascontrole-commissie
Op de Algemene Jaarvergadering wordt uit de leden een commissie van 3 personen gekozen die tenminste éénmaal per jaar de boeken en bescheiden van de penningmeester controleert en hiervan aan de leden verslag uitbrengt tijdens de Algemene Jaarvergadering.

Art 11 Terrein bepalingen
Alle bepalingen en voorwaarden die door derden (o.a. Gemeente) worden gesteld, zullen in een Terrein-reglement worden vastgelegd en bij het Huishoudelijk-reglement gevoegd.
Overtreding van de bepalingen die in het Terrein-reglement zijn vastgelegd, kunnen tot schorsing en ontzegging van de toegang tot een terrein leiden, tenzij het bestuur of de ledenvergadering zulks anders beslist.
Het is Junior en Senior leden toegestaan om incidenteel een introducé mee te nemen die wil vliegen. De introducé dient in het bezit te zijn van een geldig KNVvL-lidmaatschapkaart en brevet. Het betreffende lid is verantwoordelijk voor de introducé en dient zich vooraf te melden bij het bestuur of de aanwezige terreincommissaris.

Art 12 Slotbepaling
Voor alle gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur, zo nodig na overleg te hebben gepleegd met het afdelingsbestuur Modelvliegtuigsport van de KNVvL.

Behandeld en goedgekeurd in de oprichtingsvergadering die plaats vond op woensdag 4 april 1979 in het “Kruispunt” aan de Osylaan 2 te Zoetermeer.
Opnieuw vastgesteld door de Algemene Jaarvergadering gehouden op 10 maart 2000.
Opnieuw vastgesteld door de extra ledenvergadering gehouden op 12 januari 2001.
Opnieuw vastgesteld door de ALV gehouden op 11 mei 2007.

Opnieuw vastgesteld door de ALV gehouden op 26 febr.2010.
voorzitter: J.A. Fioole secretaris: C. de Jonge

ContactBox voor ZLC-Leden

De site heeft ook een `ContactBox voor ZLC-Leden` -soms ook shoutbox genoemd.
Hier kunnen ingelogde leden bijvoorbeeld oproepen, vragen etc. plaatsen en hierop reageren.
Zo kan je anderen uitnodigen samen te gaan vliegen, een oproep doen of iets delen met andere leden.

Voorlopig kan je tekst 255 tekens bevatten.
Deze zaken blijven maximaal 14 dagen staan en worden dan automatisch gewist.
Veel plezier!

Redactie.

Vereniging

De vereniging heeft een traditie van Zweef- en motorvliegdagen. Gezellig samen vliegen, kletsen onder het genot van een hapje en een drankje.
Veel leden grijpen deze dagen aan hun mooiste kisten te showen en hun vliegvaardigheid te laten zien. Anderen genieten van het sociale samenzijn met vlieg enthousiastelingen.

Instelhoek ‘van slag’ na crash

Na een crash moest ik mijn romp en staart repareren.
Vol goede moed ging ik weer vliegen, om te ontdekken dat hij beroerd vloog.
Het CG bleek in orde, maar toch wilde mijn APPRENTICE voortdurend omhoog. Ook het plaatsen van ballast in de neus, bracht geen soelaas.

Een paar strookjes van een AH-bonuskaart en de instelhoek is weer perfect...
Een paar strookjes van een AH-bonuskaart en de instelhoek is weer perfect…

Om dit probleem op te lossen besloot ik in overleg met mijn instructeur om de instelhoek van de vleugel en staart aan te passen.
Omdat het om heeeeel kleine aanpassingen gaat, knipte ik bonuskaarten van AH in repen. Deze dingen zijn – inclusief dubbelzijdige tape – .84 mm dik.
Met 1 reepje onder de achterkant van de vleugel, en 1 reepje onder de voorkant van de elevator, vliegt hij al direct een heel stuk beter… De instelhoek was dus inderdaad veranderd, …en de oorzaak van het probleem!
Met nog 2 strookjes onder de vleugel, vliegt mijn APPRENTICE weer als een zonnetje!

Terugkijkend valt het mij opnieuw op hoe ‘schuimpjes’ makkelijk te repareren zijn en veel klappen kunnen absorberen.
Tegelijkertijd is het ook zo dat sommige zaken erg ‘kritisch’ zijn en grote invloed op het vliegen hebben. Daarom kan
.8 – 2.4mm heel veel verschil maken, terwijl andere zaken nauwelijks invloed hebben…
Nu nog leren wat wel, en wat niet belangrijk is…

TED-talk: Drone

Een miljard mensen op deze wereld hebben geen wegen die in elk seizoen berijdbaar zijn. Een miljard mensen, een zevende van de wereldbevolking, zit voor een deel van het jaar volledig afgesneden. Ze zijn verstoken van goede geneeskunde, kunnen geen levensnoodzakelijke leveringen ontvangen, en kunnen hun goederen niet op de markt krijgen om te zorgen voor een duurzaam inkomen.

In Sub-Saharisch Afrika bijvoorbeeld is 85 procent van de wegen onbruikbaar in het natte seizoen. Met het huidige investeringsniveau wordt geschat dat het 50 jaar gaat duren voordat ze kunnen bijbenen.
In de VS alleen al zijn er bijna zes miljoen kilometer wegen. Erg duur in aanleg en onderhoud. Ze hebben een enorme ecologische voetafdruk en zitten toch heel vaak dichtgeslibd.

We vroegen ons af hoe dat beter kon. Kunnen we met behulp de meest geavanceerde technologieën van vandaag een systeem opzetten dat dit deel van de wereld haasje-over laat springen net zoals dat gebeurde met mobiele telefoons in de afgelopen tien jaar?

Veel van die landen hebben vandaag uitstekende telecommunicatie zonder ooit koperdraad in de grond te moeten steken. Kunnen we hetzelfde doen voor vervoer? Stel je dit scenario voor.

Stel dat je in een kraamkliniek in Mali bent, en een pasgeboren baby heeft dringende medicatie nodig. Wat zou je vandaag doen? Je doet via mobiele telefoon een verzoek dat iemand onmiddellijk ontvangt. Dat is het deel dat werkt.
De medicatie kan echter dagen onderweg zijn vanwege de slechte wegen. Daar schort het systeem.

Wij geloven dat we het in enkele uren kunnen leveren met een elektrisch, autonoom vliegend toestel zoals dit. met een elektrisch, autonoom vliegend toestel zoals dit. Het kan vandaag een kleine lading van ongeveer 2 kilogram over een korte afstand van ongeveer 10 kilometer vervoeren, maar het is een onderdeel van een groter netwerk dat het hele land, misschien zelfs het hele continent, kan bestrijken.

Het is een uiterst flexibel, geautomatiseerd logistiek netwerk. Het is een netwerk voor het transport van materiaal. Wij noemen het MatterNet.

We gebruiken drie belangrijke technologieën.

  1. De eerste is elektrische autonome vliegende toestellen.
  2. De tweede is geautomatiseerde grondstations waar de toestellen in- en uitvliegen om batterijen te wisselen en door te vliegen, of om ladingen af te zetten en op te pikken.
  3. De derde is het besturingssysteem dat het hele netwerk beheert.

Laten we elk van deze technologieën eens nader bekijken.

Ten eerste de UAV’s.

Uiteindelijk gaan we allerlei soorten toestellen met verschillende ladingscapaciteiten en verschillende bereiken gebruiken. Vandaag zijn dat kleine quads. Ze kunnen in slechts 15 minuten 2 kg meer dan 10 kilometer ver vervoeren.
Vergelijk dit met het gebruik van een slechte weg in de derde wereld, Vergelijk dit met het gebruik van een slechte weg in de derde wereld, of vastzitten in het verkeer in een land van de ontwikkelde wereld.

Ze vliegen autonoom. Daar gaat het eigenlijk om bij deze technologie. Ze gebruiken gps en andere sensoren om te navigeren tussen de grondstations.
Elk toestel is uitgerust met een automatisch vracht- en batterij-uitwisselingsmechanisme.
Ze navigeren automatisch naar de grondstations, leggen aan, verwisselen de batterij automatisch en vertrekken weer.

De grondstations bevinden zich op veilige locaties op de grond.

De grondstations bevinden zich op veilige locaties op de grond. Ze verzekeren de landing, het meest kwetsbare deel van de missie. Ze bevinden zich op bekende locaties op het terrein, ook de trajecten ertussen zijn bekend, wat heel belangrijk is vanuit het oogpunt van betrouwbaarheid van het hele netwerk.

Behalve het voldoen aan de energiebehoeften van de toestellen, gaan ze uiteindelijk commerciële tussenstations worden waar mensen hun vrachten naartoe kunnen brengen of afhalen.

Het netwerk

De laatste component is het besturingssysteem dat het hele netwerk beheert. Het controleert de weergegevens van alle grondstations en optimaliseert de routes van de toestellen in het systeem om ongunstige weersomstandigheden en andere risicofactoren te vermijden.

Het optimaliseert de middelen voor het hele netwerk. Ik toon even hoe zo’n vlucht eruitziet.
Hier vlogen we afgelopen zomer in Haïti, waar we onze eerste veldproeven hebben gedaan. We bootsen hier een medische levering na in een kamp dat we hebben opgericht na de aardbeving in 2010.

Mensen houden ervan.

Ik toon een van die toestellen van dichtbij. Dit is er een van $3.000. Maar de prijs daalt snel. We gebruiken dit in alle soorten weersomstandigheden, zeer warme en zeer koude klimaten, en bij zeer sterke wind.
Het zijn erg stevige toestellen.

Veronderstel dat je leven afhangt van dit pakket

Veronderstel dat je leven afhangt van dit pakket, ergens in Afrika of in New York City na Sandy. De volgende grote vraag is: wat kost het? Het blijkt dat de vervoerskosten van 2 kg over 10 kilometer met dit toestel slechts 24 dollarcent is.

En het is contra-intuïtief, maar de huidige energiekosten voor de vlucht zijn slechts $0.02

de huidige energiekosten voor de vlucht zijn slechts $0.02

en we staan nog maar aan het begin. Toen we dit beseften, zagen we in dat dit een aanzienlijke invloed op de wereld zou kunnen hebben. Dus vroegen we ons af hoeveel het instellen van een netwerk ergens in de wereld zou kosten. We dachten aan het opzetten van een netwerk in Lesotho voor het vervoer van monsters van HIV/AIDS. Het probleem is hoe je ze brengt van de klinieken
waar ze worden verzameld naar de ziekenhuizen waar ze worden geanalyseerd?

We wilden een gebied bestrijken van ongeveer 140 vierkante kilometer. Dat is anderhalve keer Manhattan. Het bleek minder dan een miljoen dollar te gaan kosten. Vergelijk dit eens met normale infrastructuurinvesteringen.

We denken dat het kan — dat is de kracht van een nieuw paradigma. Zover staan we: een nieuw idee over een vervoersnetwerk gebaseerd op de ideeën van het internet. Gedecentraliseerd, tussen gelijken, bidirectioneel, hoogst aanpasbaar, met zeer lage infrastructuurinvesteringen en een zeer lage ecologische voetafdruk.

steden en megasteden

Als het een nieuw paradigma is, moeten er andere toepassingen voor te vinden zijn. Het kan misschien worden gebruikt op andere plaatsen in de wereld. Laten we eens kijken naar de andere kant van het spectrum: onze steden en megasteden. De helft van de wereldbevolking leeft vandaag in steden. Een half miljard leeft in megasteden. We beleven een fantastische urbanisatietrend. Alleen in China ontstaat om de twee jaar een megastad ter grootte van New York.
Dit zijn plaatsen met een wegeninfrastructuur, maar zeer inefficiënt. Congestie is een enorm probleem. Daarom denken we om op die plaatsen een vervoersnetwerk in te stellen dat een nieuw niveau is tussen de weg en het internet, in eerste instantie voor lichte, dringende zendingen.

Na verloop van tijd hopen we dit uit te bouwen tot een nieuwe wijze van vervoer, een echt moderne oplossing voor een oud probleem. Het is extreem schaalbaar, met een zeer kleine ecologische voetafdruk, op elk moment inzetbaar, net als het internet. Toen we hier een paar jaar geleden mee begonnen, zeiden een heleboel mensen: “Dit is een zeer interessant maar gek idee, en zeker niet iets voor in de nabije toekomst.”

Waarom doen we dit?

We hebben het natuurlijk over drones, een technologie die niet alleen onpopulair is in het westen, maar uitgegroeid tot een zeer, zeer onaangename realiteit in arme landen, vooral waar zich conflictsituaties voordoen. Waarom doen we dit? Niet omdat het makkelijk is, maar omdat het geweldige mogelijkheden biedt. Stel je een miljard mensen voor met toegang tot fysieke goederen op dezelfde manier als de mobiele telecommunicatie hen toegang gaf tot informatie.
Stel je voor dat het volgende grote netwerk in de wereld een netwerk zou zijn voor het vervoer van materiaal. In de derde wereld konden we miljoenen mensen aan betere vaccins en betere medicijnen helpen. Het zou ons een extreem voordeel geven in de strijd tegen HIV/AIDS, tuberculose en andere epidemieën. Na verloop van tijd zou het een nieuw middel voor economische transacties opleveren en miljoenen mensen uit de armoede tillen. In de ontwikkelde en de opkomende wereld, hopen we dat het een nieuwe manier van transport kan worden die onze steden meer leefbaar zou kunnen maken. Voor wie nog steeds vindt dat dit science fiction is, antwoord ik duidelijk dat dat niet zo is. Wij hebben alleen maar sociale fictie nodig om het te laten gebeuren.