Een miljard mensen op deze wereld hebben geen wegen die in elk seizoen berijdbaar zijn. Een miljard mensen, een zevende van de wereldbevolking, zit voor een deel van het jaar volledig afgesneden. Ze zijn verstoken van goede geneeskunde, kunnen geen levensnoodzakelijke leveringen ontvangen, en kunnen hun goederen niet op de markt krijgen om te zorgen voor een duurzaam inkomen.
In Sub-Saharisch Afrika bijvoorbeeld is 85 procent van de wegen onbruikbaar in het natte seizoen. Met het huidige investeringsniveau wordt geschat dat het 50 jaar gaat duren voordat ze kunnen bijbenen.
In de VS alleen al zijn er bijna zes miljoen kilometer wegen. Erg duur in aanleg en onderhoud. Ze hebben een enorme ecologische voetafdruk en zitten toch heel vaak dichtgeslibd.
We vroegen ons af hoe dat beter kon. Kunnen we met behulp de meest geavanceerde technologieën van vandaag een systeem opzetten dat dit deel van de wereld haasje-over laat springen net zoals dat gebeurde met mobiele telefoons in de afgelopen tien jaar?
Veel van die landen hebben vandaag uitstekende telecommunicatie zonder ooit koperdraad in de grond te moeten steken. Kunnen we hetzelfde doen voor vervoer? Stel je dit scenario voor.
Stel dat je in een kraamkliniek in Mali bent, en een pasgeboren baby heeft dringende medicatie nodig. Wat zou je vandaag doen? Je doet via mobiele telefoon een verzoek dat iemand onmiddellijk ontvangt. Dat is het deel dat werkt.
De medicatie kan echter dagen onderweg zijn vanwege de slechte wegen. Daar schort het systeem.
Wij geloven dat we het in enkele uren kunnen leveren met een elektrisch, autonoom vliegend toestel zoals dit. met een elektrisch, autonoom vliegend toestel zoals dit. Het kan vandaag een kleine lading van ongeveer 2 kilogram over een korte afstand van ongeveer 10 kilometer vervoeren, maar het is een onderdeel van een groter netwerk dat het hele land, misschien zelfs het hele continent, kan bestrijken.
Het is een uiterst flexibel, geautomatiseerd logistiek netwerk. Het is een netwerk voor het transport van materiaal. Wij noemen het MatterNet.
We gebruiken drie belangrijke technologieën.
- De eerste is elektrische autonome vliegende toestellen.
- De tweede is geautomatiseerde grondstations waar de toestellen in- en uitvliegen om batterijen te wisselen en door te vliegen, of om ladingen af te zetten en op te pikken.
- De derde is het besturingssysteem dat het hele netwerk beheert.
Laten we elk van deze technologieën eens nader bekijken.
Ten eerste de UAV’s.
Uiteindelijk gaan we allerlei soorten toestellen met verschillende ladingscapaciteiten en verschillende bereiken gebruiken. Vandaag zijn dat kleine quads. Ze kunnen in slechts 15 minuten 2 kg meer dan 10 kilometer ver vervoeren.
Vergelijk dit met het gebruik van een slechte weg in de derde wereld, Vergelijk dit met het gebruik van een slechte weg in de derde wereld, of vastzitten in het verkeer in een land van de ontwikkelde wereld.
Ze vliegen autonoom. Daar gaat het eigenlijk om bij deze technologie. Ze gebruiken gps en andere sensoren om te navigeren tussen de grondstations.
Elk toestel is uitgerust met een automatisch vracht- en batterij-uitwisselingsmechanisme.
Ze navigeren automatisch naar de grondstations, leggen aan, verwisselen de batterij automatisch en vertrekken weer.
De grondstations bevinden zich op veilige locaties op de grond.
De grondstations bevinden zich op veilige locaties op de grond. Ze verzekeren de landing, het meest kwetsbare deel van de missie. Ze bevinden zich op bekende locaties op het terrein, ook de trajecten ertussen zijn bekend, wat heel belangrijk is vanuit het oogpunt van betrouwbaarheid van het hele netwerk.
Behalve het voldoen aan de energiebehoeften van de toestellen, gaan ze uiteindelijk commerciële tussenstations worden waar mensen hun vrachten naartoe kunnen brengen of afhalen.
Het netwerk
De laatste component is het besturingssysteem dat het hele netwerk beheert. Het controleert de weergegevens van alle grondstations en optimaliseert de routes van de toestellen in het systeem om ongunstige weersomstandigheden en andere risicofactoren te vermijden.
Het optimaliseert de middelen voor het hele netwerk. Ik toon even hoe zo’n vlucht eruitziet.
Hier vlogen we afgelopen zomer in Haïti, waar we onze eerste veldproeven hebben gedaan. We bootsen hier een medische levering na in een kamp dat we hebben opgericht na de aardbeving in 2010.
Mensen houden ervan.
Ik toon een van die toestellen van dichtbij. Dit is er een van $3.000. Maar de prijs daalt snel. We gebruiken dit in alle soorten weersomstandigheden, zeer warme en zeer koude klimaten, en bij zeer sterke wind.
Het zijn erg stevige toestellen.
Veronderstel dat je leven afhangt van dit pakket
Veronderstel dat je leven afhangt van dit pakket, ergens in Afrika of in New York City na Sandy. De volgende grote vraag is: wat kost het? Het blijkt dat de vervoerskosten van 2 kg over 10 kilometer met dit toestel slechts 24 dollarcent is.
En het is contra-intuïtief, maar de huidige energiekosten voor de vlucht zijn slechts $0.02
de huidige energiekosten voor de vlucht zijn slechts $0.02
en we staan nog maar aan het begin. Toen we dit beseften, zagen we in dat dit een aanzienlijke invloed op de wereld zou kunnen hebben. Dus vroegen we ons af hoeveel het instellen van een netwerk ergens in de wereld zou kosten. We dachten aan het opzetten van een netwerk in Lesotho voor het vervoer van monsters van HIV/AIDS. Het probleem is hoe je ze brengt van de klinieken waar ze worden verzameld naar de ziekenhuizen waar ze worden geanalyseerd?
We wilden een gebied bestrijken van ongeveer 140 vierkante kilometer. Dat is anderhalve keer Manhattan. Het bleek minder dan een miljoen dollar te gaan kosten. Vergelijk dit eens met normale infrastructuurinvesteringen.
We denken dat het kan — dat is de kracht van een nieuw paradigma. Zover staan we: een nieuw idee over een vervoersnetwerk gebaseerd op de ideeën van het internet. Gedecentraliseerd, tussen gelijken, bidirectioneel, hoogst aanpasbaar, met zeer lage infrastructuurinvesteringen en een zeer lage ecologische voetafdruk.
steden en megasteden
Als het een nieuw paradigma is, moeten er andere toepassingen voor te vinden zijn. Het kan misschien worden gebruikt op andere plaatsen in de wereld. Laten we eens kijken naar de andere kant van het spectrum: onze steden en megasteden. De helft van de wereldbevolking leeft vandaag in steden. Een half miljard leeft in megasteden. We beleven een fantastische urbanisatietrend. Alleen in China ontstaat om de twee jaar een megastad ter grootte van New York.
Dit zijn plaatsen met een wegeninfrastructuur, maar zeer inefficiënt. Congestie is een enorm probleem. Daarom denken we om op die plaatsen een vervoersnetwerk in te stellen dat een nieuw niveau is tussen de weg en het internet, in eerste instantie voor lichte, dringende zendingen.
Na verloop van tijd hopen we dit uit te bouwen tot een nieuwe wijze van vervoer, een echt moderne oplossing voor een oud probleem. Het is extreem schaalbaar, met een zeer kleine ecologische voetafdruk, op elk moment inzetbaar, net als het internet. Toen we hier een paar jaar geleden mee begonnen, zeiden een heleboel mensen: “Dit is een zeer interessant maar gek idee, en zeker niet iets voor in de nabije toekomst.”
Waarom doen we dit?
We hebben het natuurlijk over drones, een technologie die niet alleen onpopulair is in het westen, maar uitgegroeid tot een zeer, zeer onaangename realiteit in arme landen, vooral waar zich conflictsituaties voordoen. Waarom doen we dit? Niet omdat het makkelijk is, maar omdat het geweldige mogelijkheden biedt. Stel je een miljard mensen voor met toegang tot fysieke goederen op dezelfde manier als de mobiele telecommunicatie hen toegang gaf tot informatie.
Stel je voor dat het volgende grote netwerk in de wereld een netwerk zou zijn voor het vervoer van materiaal. In de derde wereld konden we miljoenen mensen aan betere vaccins en betere medicijnen helpen. Het zou ons een extreem voordeel geven in de strijd tegen HIV/AIDS, tuberculose en andere epidemieën. Na verloop van tijd zou het een nieuw middel voor economische transacties opleveren en miljoenen mensen uit de armoede tillen. In de ontwikkelde en de opkomende wereld, hopen we dat het een nieuwe manier van transport kan worden die onze steden meer leefbaar zou kunnen maken. Voor wie nog steeds vindt dat dit science fiction is, antwoord ik duidelijk dat dat niet zo is. Wij hebben alleen maar sociale fictie nodig om het te laten gebeuren.